e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schrijven schrijven: šrīvə (Meijel) Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)] III-3-1
schrijvertje schrijvertje: šrīvərkə (Meijel) schrijvertje: Hoe noemt u in uw dialect het zilveren torretje dat in groepjes kringelende bewegingen maakt op het wateroppervlak? Het lijf van het insect ligt op het water waardoor de pootjes niet te zien zijn. [N100 (1997)] III-4-2
schrikachtig (een) schouwe: šǫu̯ǝ (Meijel) Gezegd van schichtige, schuwe paarden, die angst hebben voor plotselinge geluiden en bewegingen. Zij slaan dan eventueel op hol, zodat zij streng aan de lijn gehouden dienen te worden. [JG 1a; N 8, 64j en 64k] I-9
schrikken schrikken: sjrikke (Meijel, ... ), verschieten: versjiete (Meijel), versjieten (Meijel), vərsjīētə (Meijel), verschrikken: versjrikken (Meijel) door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] || schrikken (geen context) [DC 38 (1964)] III-1-4
schrobbezem schrobber: sjrobber (Meijel) bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] III-2-1
schroefheft handvat: hantvat (Meijel) Een heft, voorzien van een schroef, dienend om een els te bevatten. Zie afb. 7. [N 60, 182a] II-10
schroeien schroeien: sjeröje (Meijel), sjrèùjə (Meijel), sjröje (Meijel) Aan de oppervlakte verbranden (blesteren, verbranden, schroeien, zengen, schroken, schoepen) [N 79 (1979)] III-2-1
schrokken schransen: sjransə (Meijel), slokken: slókkə (Meijel), slokken of slokkert  slókkə (Meijel) schrokken; Hoe noemt U: Gulzig eten (schrokken, slokken, vreten, verschrokken, schoffelen, wolven, zwelgen, worgen, moffelen, buffelen, schransen) [N 80 (1980)] III-2-3
schrooien schrooien: šrōjǝ (Meijel) Het gelijksnijden van de zool- en hakrand na het in elkaar naaien van de schoen. [N 60, 115a] II-10
schrooimes schrooimes: šrōjmɛs (Meijel) Het mes waarmee men schrooit. Uit de antwoorden van de informanten blijkt dat hiervoor meestal het gewone schoenmakersmes wordt gebruikt. De informant van Q 121c merkt op dat dit schrooien intussen al lang gemechaniseerd is. [N 60, 115b] II-10