e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snuffelziekte snuffelziekte: snuffelziekte (Meijel) Een aandoening van het neusschelpje en het neustussenschot en in een verder stadium van het benige geraamte van de bovenkaak. De dieren krijgen heftige en uitputtende niesbuien; de ademhaling is snuivend; er treden neusbloedingen op en de uitvloeiing uit de neus is dun en soms ook slijmig (WBD I.6, blz. 854). [N 52, 20; N 76, 50; A 48a, 33] I-12
snuifje snuifje: snŭŭfkə (Meijel), snufke  snufkə (Meijel) snuifje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid tabak die men in een keer opsnuift (snuifje, snuit, kees, prise) [N 80 (1980)] III-2-3
snuisterij pongeltje: pungəlkə (Meijel), snuisterij: snuisserij (Meijel) een klein sieraad, een aardig prulletje van geringe waarde [snuisterij, snuiselderij] [N 89 (1982)] III-3-1
snuit snoet: cassettebandje  snoet (Meijel, ... ), oude spelling  snoet (Meijel), WBD  snōēt (Meijel), snuit: snōēt (Meijel), snūt (Meijel), oude spelling  snuit (Meijel) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] || Hoe noemt u het vooruitstekende deel van het aangezicht van dieren (snuit, snoefel) [N 83 (1981)] I-12, III-1-1, III-4-2
snurken snurken: snŏreke (Meijel) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
sober sober: sober (Meijel, ... ) afkerig van overdaad of overmaat [sefiel, sober] [N 85 (1981)] III-1-4
soep soep: Syst. WBD  soep (Meijel, ... ) Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soepketel, waterketel marmiet: vroeger voor koperen keteltje.  marmiet (Meijel) berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
soepketeltje etensketeltje: èteskittelke (Meijel) keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)] III-2-1
soepkip gekookte hen: gekŏkte hèn (Meijel) kip in water gekookt [N 37 (1971)] III-2-3