26166 |
staander |
staander:
stǫndǝr (L265p Meijel),
steigerpaal:
[steiger]pǭl (L265p Meijel
[(meervoud: -pø̜̄l)]
)
|
De lange, verticaal in of op de grond geplaatste steigerpaal van rondhout of metaal. Zie ook afb. 17. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(steiger)-' het lemma 'Steiger'. [N 32, 2a; monogr.] || Het rechtopstaande deel van een omvallende kraag. [N 59, 123a]
II-7, II-9
|
20125 |
staart |
staart:
start (L265p Meijel, ...
L265p Meijel,
L265p Meijel,
L265p Meijel),
stàrt (L265p Meijel),
stárt (L265p Meijel)
|
[A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.] [N 77, 23] [N 77, 89; monogr.]De scherpe kant van de hamer waarmee men de groef dichtmaakt. [N 60, 114b] || staart [DC 02 (1932)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-11, I-12, I-9, II-10, III-4-2
|
26110 |
staartbalk van de hollandse molen |
staart:
start (L265p Meijel)
|
De middelste balk van de staart van de Hollandse molen die vanaf de achterkant van de molenkap tussen de vier schoren naar beneden loopt. Zie ook afb. 25 en de toelichting bij het lemma ɛstaart van de Hollandse molenɛ.' [N O, 52e; Sche 25; monogr.]
II-3
|
34225 |
staartkoord |
staartlijn:
startlęi̯n (L265p Meijel)
|
Koord waarmee men op stal de staart van de koe vastbindt. [N 3A, 14g]
I-11
|
34087 |
staartkwast |
pluim:
plȳm (L265p Meijel)
|
Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114]
I-11
|
26065 |
staartluiken |
weerdeuren:
wērdørǝ (L265p Meijel)
|
De luiken aan de kant van de molenkap die tegenovergesteld is aan de wieken. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛwindluiken, waterdeurenɛ. In l 318, l 321 en l 330 kent men deze luiken niet; volgens de invullers uit de twee eerstgenoemde plaatsen zijn er geen staartluiken in de kap van een standaardmolen.' [N O, 31b]
II-3
|
24250 |
staartmees |
staartmees:
startmēs (L265p Meijel)
|
staartmees (14 klein bolletje met heel lang staartje; maakt bolnest van veertjes en mos [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22115 |
staartwind |
wind op staart:
wenjtj op start (L265p Meijel)
|
Hoe zegt men: de duiven vliegen met de wind mee? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
23690 |
stabat mater |
stabat mater (lat.):
stabat mater (L265p Meijel)
|
Het kruisweggezang "Stabat Mater Dolorosa". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21272 |
stad |
stad:
stat (L265p Meijel)
|
stad [RND]
III-3-1
|