24739 |
stam uit een haag |
stam:
eigen spellingsysteem
stam (L265p Meijel),
stam van een heg:
eigen spellingsysteem
stam v e heg (L265p Meijel)
|
Een stam uit een haag (port). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24579 |
stam van de boom |
stam:
eigen spellingsysteem
stam (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
Nijmeegs (WBD)
stam (L265p Meijel),
oude spellingsysteem
stam (L265p Meijel)
|
Het deel van een boom van de wortels tot aan de takken (stam, bol). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24728 |
stam van de knotwilg |
stam:
eigen spellingsysteem
stam (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
oude spellingsysteem
(stam) (L265p Meijel)
|
De stam van de knotwilg. [N 82 (1981)]
III-4-3
|
34028 |
stamboekkoe |
stamboekkoe:
stambuk[koe] (L265p Meijel)
|
Koe van geregistreerde afstamming. Zie ook de toelichting bij het lemma ''koe van geregistreerde afstamming'' in wbd I.3, blz. 330. Zie afbeelding 2. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3c; monogr.]
I-11
|
30038 |
stampbeton |
stampbeton:
stamp˱[beton] (L265p Meijel)
|
Betonsoort die wordt verkregen door de aardvochtige betonspecie met houten of stalen stampers zo lang te bewerken totdat het water erin aan de oppervlakte komt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(beton)' het lemma 'Beton'76521. [N 30, 47b; monogr.]
II-9
|
26871 |
stamper |
stamper:
stampǝr (L265p Meijel),
stɛmpǝr (L265p Meijel)
|
Blok hout met houten steel, gebruikt bij het stampen van de baggerbrij. [l, 104e] || Blok, voorzien van één of twee handvatten, dat wordt gebruikt om zand- en kalkkluiten fijn te maken, beton aan te stampen en aarde vast te drukken. Een stamper kan van hout of ijzer vervaardigd zijn. Zie ook afb. 7. [N 30, 20; monogr.]
II-4, II-9
|
20677 |
stamppot |
potage:
petazzie (L265p Meijel),
Syst. WBD
petazzie (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
Syst. WBD petazzie = stamppot
petazzie (L265p Meijel),
stamppot:
Syst. WBD
stampot (L265p Meijel),
stamppot (L265p Meijel)
|
puree [stamp, stoemp] [N 38 (1971)] || Stamppot, heel in het algemeen [N 16 (1962)] || Wat verstaat u onder: potaage, petazzie (soep, gekookte groente of stamppot?) a.u.b. ook de uitspraak aangeven [N 16 (1962)]
III-2-3
|
31120 |
stand |
stand:
stant (L265p Meijel)
|
Het met zool en hak recht op de grond staan, gezegd van schoeisel. [N 60, 225a]
II-10
|
25936 |
stand voor het midden |
rouwstand:
rouwstand (L265p Meijel
[(bijvoorbeeld als er een dode in de familie was)]
)
|
De stand waarbij de rechtstaande roede net vōōr het midden is. De bovenste wiek bevindt zich dan rechts van een denkbeeldige, verticale lijn. Zie ook afb. 4. Invullers uit K 357, l 330 en P 51 kenden voor deze stand geen specifieke naam. In de drie plaatsen was de betekenis echter: ø̄sterfgeval in de familieø̄. Achter de plaatscode is tussen ronde haken opgenomen wat de stand vōōr het midden in de betreffende plaats betekende. [N O, 8d; N O, 8c; N O, 8f]
II-3
|
22730 |
standbeeld |
standbeeld:
stambi.lt (L265p Meijel)
|
standbeeld [RND]
III-3-2
|