18652 |
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen |
kalotje (<fr.):
klòtje (L265p Meijel)
|
2) kalot, het kruinmutsje voor priesters
III-1-3
|
21820 |
binnensmonds praten |
binnensmonds praten:
hij/zij praot binnens mons (L265p Meijel),
mommelen:
momele (L265p Meijel),
mompelen:
mómpələ (L265p Meijel),
prevelen:
prevele (L265p Meijel)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
averechts:
uvereghts (L265p Meijel),
binnenstebuiten:
binneste butje (L265p Meijel),
binnəstə butjə (L265p Meijel),
krang:
krank (L265p Meijel)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
28837 |
binnenvoering |
linnen:
lenǝ (L265p Meijel),
stijve stof:
stif stǫf (L265p Meijel),
stoom:
stuǝm (L265p Meijel)
|
Voeringstof die steun en vormvastheid geeft aan bepaalde plaatsen en onderdelen van een kledingstuk. Er zijn verschillende soorten binnenvoering. Zo is stoom een gaas dat sterk gepapt is, in katoen of rayon (Meima I, pag. 209). Dit dient voor tussenvoering in vesten en de onderkant van mouwen. [N 59, 36; N 59, 39; N 59, 133]
II-7
|
29044 |
binnenvoering innaaien |
voering inzetten:
vureŋ enzetǝ (L265p Meijel)
|
Het innaaien van de binnenvoering. [N 59, 118]
II-7
|
30712 |
binnenwerk |
binnenwerk:
benǝwɛ̄rǝk (L265p Meijel)
|
Schilderwerk binnenshuis. [N 67, 67a]
II-9
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetès (L265p Meijel)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
30988 |
binnenzool |
binnenzool:
benǝzōl (L265p Meijel)
|
Het stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden. [N 60, 77; N 60, 233f; N 60, 233a]
II-10
|
18448 |
binnenzool [wld ii.10, p. 38] |
binnenzool:
benəzōl (L265p Meijel, ...
L265p Meijel)
|
Een binnenzool? [N 60 (1973)] || Een stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden? (binnenzool?) Vgl. tek. 105 [N 60 (1973)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
bioscoop:
bijoskoop (L265p Meijel),
bioskōp (L265p Meijel)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|