e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

Gevonden: 8212
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen kalotje (<fr.): klòtje (Meijel) 2) kalot, het kruinmutsje voor priesters III-1-3
binnensmonds praten binnensmonds praten: hij/zij praot binnens mons (Meijel), mommelen: momele (Meijel), mompelen: mómpələ (Meijel), prevelen: prevele (Meijel) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten averechts: uvereghts (Meijel), binnenstebuiten: binneste butje (Meijel), binnəstə butjə (Meijel), krang: krank (Meijel) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
binnenvoering linnen: lenǝ (Meijel), stijve stof: stif stǫf (Meijel), stoom: stuǝm (Meijel) Voeringstof die steun en vormvastheid geeft aan bepaalde plaatsen en onderdelen van een kledingstuk. Er zijn verschillende soorten binnenvoering. Zo is stoom een gaas dat sterk gepapt is, in katoen of rayon (Meima I, pag. 209). Dit dient voor tussenvoering in vesten en de onderkant van mouwen. [N 59, 36; N 59, 39; N 59, 133] II-7
binnenvoering innaaien voering inzetten: vureŋ enzetǝ (Meijel) Het innaaien van de binnenvoering. [N 59, 118] II-7
binnenwerk binnenwerk: benǝwɛ̄rǝk (Meijel) Schilderwerk binnenshuis. [N 67, 67a] II-9
binnenzak binnentas: binnetès (Meijel) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
binnenzool binnenzool: benǝzōl (Meijel) Het stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden. [N 60, 77; N 60, 233f; N 60, 233a] II-10
binnenzool [wld ii.10, p. 38] binnenzool: benəzōl (Meijel, ... ) Een binnenzool? [N 60 (1973)] || Een stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden? (binnenzool?) Vgl. tek. 105 [N 60 (1973)] III-1-3
bioscoop bioscoop: bijoskoop (Meijel), bioskōp (Meijel) Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2