e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoffen pantoffel slof: sloffe (Meijel), slôfve (Meijel) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stofkwast stofkwast: stǫfkwast (Meijel) Handvegertje om het te schilderen oppervlak stofvrij te maken. [N 67, 43b] II-9
stofmasker stofmasker: stofmasker (Meijel  [(Emma / Maurits)]   [Zwartberg, Waterschei]) Masker dat tegen stof beschermt. Als men de stofmaskers op de voorgeschreven wijze gebruikte, boden ze afdoende bescherming. Er werd naar gestreefd maskers aan te schaffen die de hoogst mogelijke bescherming boden en daarbij de gebruikers toch zo weinig mogelijk last bezorgden (MBK IV pag. 48). Volgens Lochtman (pag. 43) zijn stofmaskers geschikt voor het personeel van mechanische pijlers, maar voor lichamelijk hardwerkende mensen zijn ze dat niet. [N 95, 774] II-5
stofvrij droog stofdroog: stǫf˱drȳx (Meijel) Gezegd van een verflaag die zover gedroogd is dat stof zich er niet meer aan hecht. [N 67, 74c] II-9
stok stok: stok (Meijel) Bepaalde veenmaat met een lengte van doorgaans 2.50 m. [II, 63a] II-4
stok of twijg om een kind te straffen lat: lat (Meijel), stek: stek (Meijel), stok: stók (Meijel) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] III-2-2
stokroos stokroos: stokroos (Meijel), eigen spellinsysteem  stokroes (Meijel) stokroos (althea rosea L.) [N 73 (1975)], [N 92 (1982)] III-2-1
stokvis gedroogde vis: gedruugde vis  gədruugdə vis (Meijel), stokvis: stokvis (Meijel), kabeljauw  stokvis (Meijel) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stola stola (lat.): stola (Meijel), stool (<lat.): stōl (Meijel) De stola, de stool. [N 96B (1989)] III-3-3
stolp kaasstolp: kie:sstölp (Meijel) kaasstolp [N 20 (zj)] III-2-1