e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
theelepeltje ijzeren lepel: iszjere lippel (Meijel), suikerlepeltje: suukerlippelke (Meijel) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || theelepeltje (suikerlippelke) [N 20 (zj)] III-2-1
theepot theepotje: tieÚ:putje (Meijel) pot waarin thee wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
thuiswerker thuiswerker: tøšwęrǝkǝr (Meijel) Knecht die thuis het werk voor de baas maakt. [N 60, 217c] II-10
tien centiem dubbeltje: (= 10 cent).  döbbəltjə (Meijel) een muntstuk van 10 centimes (in België) [s(j)oe, sol, brak, knap, klomp] [N 89 (1982)] III-3-1
tien-guldenstuk gouden tientje: gouwe tientje (Meijel) tien-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
tiend tiende: Opm. koren, turf, enz. (gaf men voor armen).  tiend (Meijel) tiende: Datgene wat, in natura of geld, aan de belasting moet worden afgestaan van de opbrengst van het land [de tiend?] [N 21 (1963)] III-3-1
tientje van de rozenkrans tientje: tintjə (Meijel) Een tientje van de Rozenkrans [n jezets?]. [N 96B (1989)] III-3-3
tieretein tieretein: tǝrtɛj (Meijel) Geweven stof met een linnen ketting en een wollen inslag (Van Dale, pag. 2912). [N 62, 98; N 62, 93a; N 62, 97; MW; monogr.] II-7
tijdelijke aflaat getijdenaflaat: getijje aflaot (Meijel) Een tijdelijke aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3
tilbury tilbury: telbǝri (Meijel) Tweewielig rijtuigje, meestal zonder kap, voor twee personen, dat door √©√©n paard getrokken wordt. De tilbury is lager dan de sjees. Er is geen aparte bok voor de koetsier. Af en toe is dit ook een meer algemene benaming voor een klein rijtuigje. [N 17, 5, add; N 101, 1 + 6-8; N G, 51, monogr] I-13