e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinbonen goudbonen: oude spellingsysteem  goudboon (Meijel), snijbonen: oude spellingsysteem  snijbone (Meijel), spekbonen: oude spellingsysteem  spekbone (Meijel), staakbonen: oude spellingsysteem  (staakbone) (Meijel), wasbonen: oude spellingsysteem  wasboon (Meijel), wollebonen: wulləboṇ (Meijel), Nijmeegs (WBD)  wulləbôn (Meijel), wollen, -: eigen spellingsysteem  wulle (Meijel), wollesokken: Nederweert  Wöllə zök (Meijel), wollewoepen: oude spellingsysteem flodderboon (NB) paardsboon (en) duiveboon: à parte) kleine tuinboon  wullewoepe (Meijel) Een jonge tuinboon die men met schil en al eet (wilde wan, wollenwantje, pulleke, spekboon, sluimererwt). [N 82 (1981)] || Een tuinboon die in sterke mate de ontlasting bevordert (gatschuiver, blazer). [N 82 (1981)] || Een tuinboon, een grote soort boon labboon, paardsboon, boerenteen, molleboon, mokboon, wul, zwartvoet, huisboon, moffelboon, duiveboon, flodderboon, moffel, moffeboon, knauwboon, willeboon, paardeboon, jodenboon, roomse boon). [N 82 (1981)] || Hoe noemt u: de tuinboon (vicia faba L. - fam. papilionaceae) (tuinboon, grote boon, flodderboon, boerenteen, huisboon, wul, platte boon, moffe(l)boon, moffel, labboon, walse boon, roomse boon, paardeboon, knaauwboon) [N 71 (1975)] I-7
tuinfluiter tuinfluiter: tøͅi̯nflø͂ͅtjər (Meijel) tuinfluiter (16 donkerder dan grasmus [045]; niet zo talrijk; in bosstruiken; nest graag in braamstruiken; roep hard [tek]; zang is lang, vrij laag en brobbelend [N 09 (1961)] III-4-1
tuingeranium geranium: geranium (Meijel), eigen spellinsysteem  geraniums (Meijel) Tuingeranium (pelargonium zonale). Bladeren met enige ondiepe insnijdingen (gelobd) en gekartelde rand, in omtrek niervormig. Evenwijdig met de bladeren loopt midden op het blad een donkere band (zone). De bloemen zijn rood of anders van kleur, vele bloem [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende perkplanten: pelargonium zonale [N 73 (1975)] III-2-1
tuingieter gieter: gīētər (Meijel, ... ) Hoe noemt u: de tuingieter waarmee men aangiet (broesgieter?) [N 74 (1975)] I-7
tuinkamperfoelie (lonicera caprifolium) veredelde kamperfoelie: eigen spellinsysteem \'bloeid gehele jaar door doch is reukloos verfrode bloezem\'  veredelde kamperfoelie (Meijel) Tuinkamperfoelie (lonicera caprifolium); klimmend tot 9 m. De bovenste bladeren zijn samengegroeid en vaak donzig behaard aan de onderzijde; de bloemen zijn geel en talrijk en bevinden zich in 4 of 5 kransen dicht bijeen (geiteklaver, weeuwtje, duivelszaa [N 92 (1982)] III-2-1
tuinkers tuinkers: eigen spellingsysteem  tuinkers (Meijel), eigen spellingsysteem (tuinkers? - moelijk leesbaar)  tuink. (Meijel), oude spellingsysteem  tuinkers (Meijel) Tuinkers; de plant heeft duidelijk witte of roodachtige bloempjes in een smalle tros en schuinopstaande vruchtjes die ongeveer een halve cm lang zijn, de bladerenzijn zeer fijn verdeeld, de stengel en kalkrijke vruchten zijn blauw berijpt (kers, tuinkers, [N 82 (1981)] I-7
tuinkervel kervel: kèrvəl (Meijel), eigen spellingsysteem  kervel (Meijel, ... ), Nijmeegs (WBD)  kervəl (Meijel), oude spellingsysteem vele soorten specerijen gemengd wordt ook kervel genoemd  kervel (Meijel) Hoe noemt u: kervel (kèlv\\r, kèll\\v\\r) [N 71 (1975)] || Tuinkervel; een één of tweejarig kruid, 30-60 cm hoog, met witte bloemen; de bladeren worden gebruikt in soep, sausen en salade (kervel, gervel, kelver, scharnpiep). [N 82 (1981)] I-7
tuinman, boomkweker boomkweker: JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.  bøͅmkwekər (Meijel) [RND 10] I-7
tuinmelde melde: eigen spellingsysteem melde noemt men gekke (?? - toevoeging moeilijk leesbaar)  melde (Meijel), Nijmeegs (WBD)  meldə (Meijel), schietmel: oude spellingsysteem  sjietmil (Meijel) Tuinmelde; (attriplex hortensis) een eenjarig kruid met hartvormige onderste en langwerpige middelste bladeren; vroeger als groente en specerij gebruikt (malum, manne, mel). [N 82 (1981)] I-7
tuinmuur wand: want (Meijel) Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d] II-9