e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tussenpersoon commissionair (<fr.): Van Dale: commissionair (&lt;Fr.), 1. iemand die op eigen naam en tegen genot van loon of provisie op order of voor rekening van een ander (vroeger) daden van koophandel verricht, (nu) overeenkomsten sluit; - 2. boodschaploper, pakjesdrager.  komissionéér (Meijel), compagnon (fr.): compenjon (Meijel), makelaar: (roerend goed - onroerend goed - levend vee).  makelaar (Meijel) een tussenpersoon in de handel (van producent naar winkelier) [makkeljon] [N 89 (1982)] III-3-1
tussenturf tus: tøs (Meijel), (mv.)  tøsǝ (Meijel) Turf die in moerassig gebied is gestoken, broekturf. [I, 40] II-4
tussenturf steken tus steken: tøs stē̜kǝ (Meijel), tussen steken: tøsǝn stē̜kǝ (Meijel) [I, 42] II-4
tussenzool vulling: vøleŋ (Meijel) Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en die tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt. [N 60, 171a] II-10
tussenzool [wld ii.10, p. 40] vulling: vøleŋ (Meijel) Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt? (tussenzool?) Vgl. tek. 88. [N 60 (1973)] III-1-3
tuten tuten: tȳtǝ (Meijel) Het geluid dat de koningin maakt die haar cel reeds verlaten heeft. Op het doffe kwaken van de ongeboren koninginnen antwoordt de pas uitgelopen koningin met een hoog tutend geluid. Dit is het teken dat zij er is. Zij zal proberen zo spoedig mogelijk de nog in de cellen opgesloten koninginnelarven te doden. Dit wordt echter verhinderd door de werkbijen. Het tuten is voor de imker een zeker teken dat er de volgende dag of op zijn laatst nog een dag later een nazwerm zal afkomen. [N 63, 33a; N 63, 32a; N 63, 33b; Ge 37, 42] II-6
tuter tuter: (mv)  tȳtǝrs (Meijel) Koningin die pas de moercel verlaten heeft en tutend antwoordt op het gekwaak van de koninginnelarven die nog in de dichte moercel zitten. [N 63, 33b; N 63, 32a] II-6
twee frank frank: ps. invuller geeft alleen de vertaling van franc, maar niet de waarde ervan!  frang (Meijel) 2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] III-3-1
tweede ei tweede ei: tweͅdə eͅj (Meijel) Hoe heet verder: het tweede ei? [N 93 (1983)] III-3-2
tweede laag schoven van het dorsbed tweede rij: twe̜dǝ re̜i̯ (Meijel) De specifieke benaming van de tweede laag schoven, bestaande uit twee rijen die met de koppen naar elkaar toe liggen, zoals die op de eerste rij van het vorige lemma wordt gelegd. Zeer vaak is de benaming van deze bovenste laag dezelfde als die van het bed als geheel; dan is die benaming hier niet herhaald; zie het lemma ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' (6.1.16). In L 159a wordt nog aangetekend dat "de aren van de tweede laag veerden op de eerste rij, en door dit veren lieten de korrels beter los". Zie afbeelding 11, b. [N 14, 17c; monogr.] I-4