20660 |
venkel |
venkel:
eigen spellingsysteem
venkel (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
Nijmeegs (WBD)
vinkəl (L265p Meijel),
oude spellingsysteem
venkel (L265p Meijel)
|
Venkel; een tweejarig of overblijvend kruid met een ronde gestreepte stengel, tot 1.50 m hoog; de bloemen zijn geel, de zaden langwerpig, geelgrijs en gegroefd; de gedroogde blaadjes of zaadjes worden als specerij gebruikt (venkel, vennekool, foele). [N 82 (1981)]
I-7
|
33475 |
venster onder een dakwelving |
spinnegat:
spenǝgāt (L265p Meijel)
|
Bedoeld wordt een vertikaal venster of luik onder een welving van het dak in het dak. Het dient om de zolder te belichten en (vooral) te beluchten, minder om er iets door te steken. De vorm is vaak een halve cirkel (zie het lemma "half-cirkelvormig raam", 4.2.15). De benamingen zijn soms gelijk aan die van het dakvenster (zie dat lemma) of andere vensters in het dak. Zie ook het lemma "gat in eeen klein dakschild" (4.2.10). [N 4A, 45d]
I-6
|
30773 |
vensterglas |
ruit:
røtj (L265p Meijel)
|
Het voor glasruiten meest gebruikte materiaal. Vensterglas is leverbaar in drie diktes: enkeldik: 1,5 à 2 mm, dubbeldik: 3 à 4 mm en tripel 4 à 8 mm dik. [N 67, 89b; monogr.; Vld.]
II-9
|
29898 |
ventilatiepan |
lochtpan:
lōxtpan (L265p Meijel)
|
Dakpan met een ventilatie-opening. Een dergelijke opening werd in Q 202 een loftlok (loflǭk) genoemd. [N 32, 45a]
II-8
|
25074 |
veranderen |
veranderen:
verandere (L265p Meijel),
vərandərə (L265p Meijel)
|
anders maken [anderen, veranderen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
26882 |
verband |
verband:
vǝrbant (L265p Meijel)
|
Het opstapelen van de turven als de stenen van een muur. [I, 112c]
II-4
|
27647 |
verbandmeester |
verbandmeester:
vǝrbantmęstǝr (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De verbandmeester verbond de wonden die de mijnwerkers hadden opgelopen. Hij deed dit werk onder leiding van de mijnarts. [N 95, 161; N 95, 951]
II-5
|
29894 |
verbeterde pan |
machinale pan:
mašināl pān (L265p Meijel)
|
Algemene benaming voor een dakpan die voorzien is van zijsluitingen. Volgens de invuller uit Q 95 was de verbeterde dakpan geribbeld (g\røb\lt) van vorm. In L 360 was de pan voorzien van een sluiting (sløjte!), in Q 3 van een dobbelsluiting (dǫb\lslǫwte!). [N 32, 44b; monogr.]
II-8
|
21433 |
verbeuzelen |
verbrassen:
titj vərbrassə (L265p Meijel),
zaniken:
Van Dale: zaniken, gedurig herhalend, aanhoudend en op een vervelende wijze over iets spreken, iets vragen.
zanniken (L265p Meijel)
|
zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbingen (L265p Meijel),
vərbingə (L265p Meijel),
(een gebroken ledemaat omzagtele)
verbinde (L265p Meijel)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|