30666 |
verfspuit |
verfpistool:
verfpistool (L265p Meijel),
verfspuit:
vɛ̄rǝfspø̜̄tj (L265p Meijel)
|
Toestel waarmee verf als nevel op het te verven oppervlak wordt gespoten. Zie ook afb. 94. Het woordtype 'mondspritsje' werd in Q 121 gebruikt voor een mondspuitje, een glazen potje vanwaaruit de verf met de mond op het te schilderen voorwerp gespoten werd. Het werktuig werd gebruikt om op wanden met behulp van een sjabloon een motief aan te brengen. [N 67, 51; monogr.; div.]
II-9
|
30625 |
verfzeef, zeefdoek |
koperen zeefje:
køpǝrǝ zefjǝ (L265p Meijel)
|
De zeef of het doek waarmee velletjes en grove korrels uit de bereide verf gezeefd kunnen worden. De verfzeef bestaat gewoonlijk uit een trechter met afneembaar onderstuk, waardoor men de zeef, die uit fijn neteldoek is vervaardigd, kan verwisselen. [N 67, 27d]
II-9
|
28945 |
vergaartekens |
knipsen:
(enk)
kneps (L265p Meijel)
|
Inknippingen en krijtstrepen of ook steken op de stof, eventueel inknippingen in het knippatroon en vandaar overgebracht op de stof, om exact de plaatsen aan te geven waar de diverse delen aaneengehecht moeten worden. [N 59, 49]
II-7
|
21453 |
vergaderen |
vergaderen:
vergadderen (L265p Meijel),
vərgaddərə (L265p Meijel)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20118 |
vergeet-me-nietje |
vergeet-mij-niet:
vergeet-mij-niet (L265p Meijel)
|
Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende tweejarige planten: myosotis silvatica (vergeet-mij-niet) [N 73 (1975)]
III-2-1
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
eigen spellinsysteem
vérgeet-mij-nietje (L265p Meijel),
WLD alg. ben.
Vergeet-mij-nietje (L265p Meijel)
|
Vergeet-mij-nietje (myosotis palustris 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn meestal kantig; de bladeren zijn verspreid; de bloemen zijn vrij groot en hemelsblauw met gele kroonschubben; de kelk heeft korte, aangedrukte haren. Bloeitijd in mei tot septem [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergèètechtig (L265p Meijel),
vergéétachtig (L265p Meijel),
vərgéétèèchtəch (L265p Meijel)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19250 |
vergeetachtig persoon |
vergeetmuts:
vergèètmuts (L265p Meijel),
vergéétmuts (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
vərgéétmuts (L265p Meijel)
|
een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)] || vergeetmuts; vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet
III-1-4
|
18054 |
vergiftigen |
vergiftigen:
vergiftige (L265p Meijel),
vergiftigen (L265p Meijel),
vərgiftigə (L265p Meijel)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
30740 |
vergulden |
vergulden:
vǝrgøldǝ (L265p Meijel)
|
Het bedekken van een oppervlak met een goudlaagje uit bladgoud of goudpoeder. [N 67, 81a]
II-9
|