e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwelkt uitgedroogd: oude spellingsysteem  uitgedrûgd (Meijel), verdroogd: eigen spellingsysteem  verdruugd (Meijel, ... ), verslakkerd: Nijmeegs (WBD)  vərslakkərt (Meijel), verwelkt: eigen spellingsysteem  verwelkt (Meijel) Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] || Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)] III-4-3
verwend kindje bedorven: bedurve (Meijel), bedorven wicht: bədèùrəvə weecht (Meijel), dwingeland: dwingeland (Meijel) een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)] III-2-2
verwensen toewensen: tŏĕwénsə (Meijel), verwensen: verwensen (Meijel), wensen: wensen (Meijel) iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)] III-3-1
verzegeld broed verzegeld broed: vǝrzēgǝlt˱ brut (Meijel) Gesloten broed. Het stadium van het broed waarbij de larf volgroeid is. De cel wordt door de werkbijen afgedekt met zegelwas. De larf kan zich gaan verpoppen. [N 63, 25b; N 63, 20a; N 63, 23d; N 63, 23a] II-6
verzegelde honing verzegelde honing: vǝrzēgǝldǝ honeŋ (Meijel) Honing uit een verzegelde raat. Ten aanzien van het woordtype rijpe honing merkt de informant uit L 333 op dat men, wanneer een raampje voor twee-derde verzegeld is, de honing rijp mag noemen. [N 63, 114a; N 63, 113a; monogr.] II-6
verzegelen verzegelen: vǝrzēgǝlǝ (Meijel) Het sluiten van de cellen door de werkbijen met een dekseltje van was. Dit sluiten of verzegelen gaat onmiddellijk vooraf aan het poppestadium van de larven. [N 63, 23a; Ge 37, 71] II-6
verzoek bede: bede (Meijel), verzoeken: verzuke (Meijel), vraag: vraoch (Meijel) het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)] III-3-1
verzolen verzolen: vǝrzōlǝ (Meijel) Het van nieuwe zolen voorzien van de schoenen. [N 60, 232b] II-10
verzopen kalk verzopen: vǝrzōpǝ (Meijel) Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.] II-9
verzopen mortel verzopen: vǝrzōpǝ (Meijel) Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.] II-9