e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voetganger voetganger: voetganger (Meijel, ... ) een persoon die te voet gaat [voetganger, voetreiziger, voeteerder] [N 90 (1982)] III-3-1
voetgebeden introtus (<lat.): introitus (Meijel), voetgebeden: voetgebeden (Meijel) De gebeden aan de voet van het altaar, de voetgebeden. [N 96B (1989)] III-3-3
voetjicht voetjicht: vuutjigt (Meijel) Voetjicht: soort jicht die zich openbaart door een hevige pijn in de voet, vooral in het gewricht tussen middenvoetsbeentje en grote teen, podagra (voetje, pootje, kozijntje, voetjicht). [N 84 (1981)] III-1-2
voetkussen poef: pŏĕfkə (Meijel) Kussen voor de voeten als men zit (voetkussen, poef) [N 79 (1979)] III-2-1
voetwissen dunnere wissen: dønǝrǝ wesǝ (Meijel) De wissen waarmee het voetstuk wordt gevlochten. Het vlechten van de voet werd in Maastricht (Q 95): een voetje deronder werken (ǝn vø̄tšǝ dǝrondǝr węrǝkǝ) genoemd. [N 40, 68; N 40, 69] II-12
vogel op de schutsboom schutsvogel: sjutsvogel (Meijel), vogel: vōgəl (Meijel) De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)] III-3-2
vogelkers hondskers: eigen spellingsysteem  hoonskerse (Meijel), hoonskorse (Meijel), Nijmeegs (WBD)  hónskórs (Meijel), vogelkers: oude spellingsysteem zijn eetbaar / zwarte bes in slierten hondskers: zwartebes (is giftig) trossen  vogelkers (Meijel) Vogelkers: een struik die in juni bloeit met kleine witte sering-achtige bloemtrossen; de vruchten rijpen in september. Een soort groeit zeer snel en is zo agressief dat hij andere struiken verdringt (vuilboom, meilaar, paduwa, hondskers). [N 82 (1981)] III-4-3
vogelmelk morgenster: eigen spellinsysteem  morgenster (Meijel), sneeuwster: eigen spellinsysteem wordt ook wel eens - genoemd  sneeuwster (Meijel), sterretjes van bethlehem: eigen spellinsysteem  sterretje van bethlehem (Meijel) Vogelmelk (ornithogalum umbellatum 10 tot 30 cm groot. De bladeren zijn wortelstandig, smal, plat, en wit gestreept; de bloemen bevinden zich in een schermvormige tros met afstaande steeltjes, het bloemdek is 6-bladig, van binnen wit, van buiten groen m [N 92 (1982)] III-4-3
vogelmest guano: goewaana (Meijel), mest: meest (Meijel), vogelmest: vogelmeest (Meijel) vogelmest (douane) [N 83 (1981)] III-4-1
vogelmuur muur: eigen spellinsysteem duidt op stikstof houdende grond  muur (Meijel), WLD overal algemeen, ook in de schaduw, vochtminnend  mīr (Meijel) Muur (stellaria media 5 tot 30 (cm?) hoog. De stengels zijn liggend of opstijgend, rond, met 1 rij haren; de bladeren zijn eivormig, de onderste gesteeld; de bloemen zijn klein en wit van kleur, de kroonbladeren zijn even lang als, of korter dan de kelk [N 92 (1982)] III-4-3