31107 |
vrouwewerk |
damesschoenen:
dāmǝsšūn (L265p Meijel)
|
Schoenwerk voor dames in de maten 36 t/m 43. [N 60, 205b]
II-10
|
20467 |
vrouwziek |
heet:
hieët (L265p Meijel),
kolderik:
colderik (L265p Meijel)
|
vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
24668 |
vrucht van de taxus |
snotbel:
oude spellingsysteem
snobbel (L265p Meijel),
snotterbel:
eigen spellingsysteem
snoterbel (L265p Meijel)
|
De vruchten van de taxus (snotpieke, snotbellen, snotbees). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24515 |
vrucht zetten |
aanzetten:
eigen spellingsysteem
anzitte (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
Nijmeegs (WBD)
ènzittə (L265p Meijel),
oude spellingsysteem
aangezet (L265p Meijel)
|
Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33681 |
vruchtbare grond |
goede grond:
gui̯ǝ gront (L265p Meijel),
wasbare grond:
wasbārǝ gront (L265p Meijel)
|
Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt beïnvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30]
I-8
|
21584 |
vruchtgebruik |
erfpacht:
(meestal 50 jaar).
erfpagd (L265p Meijel),
vruchtgebruik:
vruchtgəbrŭŭk (L265p Meijel)
|
het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20184 |
vruchtvlies |
lechje:
cf. Weijnen Etym.Dialectwb. p. 112 s.v. "lechter, lechteren, leegter"(nageboorte)
légkken (L265p Meijel),
vel:
vel (L265p Meijel),
vlies:
vlies (L265p Meijel),
vliezen:
vlieze (L265p Meijel)
|
Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
24965 |
vuil in sloten |
bras:
bras (L265p Meijel),
giet:
(ferro-ocide).
gèt (L265p Meijel),
nuttigheid:
nuttīgheīd (L265p Meijel),
rotzooi:
rotzooj (L265p Meijel),
uitvaagsel:
utj vèèchsəl (L265p Meijel)
|
vuil, stro of zeewier in sloten of tegen dijken [geffeling, eek, vlot, lies, drift, geffel, gaf, bras, reek, deek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24966 |
vuil waterx |
gietwater:
gètwatter (L265p Meijel),
smerig water:
smerrəch wattər (L265p Meijel),
smérrəch wattər (L265p Meijel)
|
vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17658 |
vuist |
vuist:
vusjt (L265p Meijel)
|
vuist [N 10 (1961)]
III-1-1
|