e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

Gevonden: 8212
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte mees zwarte mees: zwartə mēs (Meijel) zwarte mees (11 net een kleine koolmees [052], maar zonder gele kleur en zwarte buikstreep, wel met een witte nekplek; alleen in mast- en sparrenbossen; nest vaak in bodemgaatje; roep snel [tjietjai, tjietjai] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte muts? kornet (<fr.): kernèt (Meijel) muts, zwarte ~ {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
zwarte nachtschade hondskrallen: eigen spellinsysteem Additie bij vraag 69: zegt men ook tegen de bessen van de vuilboom waarvan men leeskrijt (? - laatstgenoemd woord is moeilijk leesbaar!) kan maken  hoornskrale (Meijel), eigen spellinsysteem zegt men ook tegen de bessen van de vuilboom waarvan men leeskrijt (? - laatstgenoemd woord is moeilijk leesbaar!) kan maken  hoonskrale (Meijel), nachtegaal: WLD vroeger zeer hardnekkig onkruid, vooral tussen voederbieten  naÙXtəgāl (Meijel) Zwarte nachtschade (solanum nigrum). Een 10 tot 40 cm grote, kruidachtige plant, niet windend; de stengels zijn iets behaard of kaal; de bladeren zijn iets eivormig, gaafrandig of iets bochtig getand; de bloemen groeien in schermvormige trossen, wit van k [N 92 (1982)], [N 92 (1982)] III-4-3
zwarte populier canadas: oude spellingsysteem zwarte  Canada’s (Meijel), populier: eigen spellingsysteem  popelier (Meijel, ... ) De zwarte populier; heeft op oudere leeftijd een heel donkere schors met diepe groeven, de ruitvormige bladeren zijn donkergroen (peppel, blauwe populier). [N 82 (1981)] III-4-3
zwarte roodstaart roodstaartje: róhstèrtje (Meijel), zwarte roodstaart: zwartə ruəi̯tstart (Meijel) zwarte roodstaart || zwarte roodstaart (14 rood trilstaartje, man is van voren roetzwart en heeft wittige vleugelvlek; echte gebouwenvogel; broedt daar binnenin; roep driftig [wiet, wiet, tk, tk]; zang hoog vanaf gebouw [bi-bi-kchchchch...bu-bi-bi] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte specht zwarte specht: zwartə spɛ̄xt (Meijel) specht, zwart ~ (46 grote, zwarte knaap; alleen in grote bossen [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte stern klein meeuwtje: kleͅi̯Ëšnj meͅu̯kə (Meijel) zwarte stern (24 zomervogel bij vennen en brede poldersloten; min of meer zwart; traag vliegend vlak over het water; nest drijft op waterplanten [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte turf klot: klot (Meijel), zwarte: zwartǝ (Meijel) Vergelijk het lemma ''zwart- of blauwveen''. [I, 45b; monogr.] II-4
zwarte turf of zwartveen fabrieksturf: fabrikstø̜rǝf (Meijel), zwarte: zwartǝ (Meijel) Onder het grauwveen zit het zwartveen waaruit verschillende soorten zwarte turf gehaald worden. Deze laag kan drie meter of meer dik zijn. De planteresten zijn hierin meer vergaan dan in de grauwveenlaag. [II, 36; monogr.] II-4
zwarte turf sorteren zwarte sorteren: zwartǝ sortērǝ (Meijel) Na het graven wordt de zwarte turf onderverdeeld in soorten. [II, 52a] II-4