e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meijel

Overzicht

Gevonden: 8212
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwartkop zwartkop: zwartkop (Meijel) zwartkop (14 als tuinfluiter [046] maar man heeft zwart, pop een chocoladekleurig petje; nestje heeft binnenkant van haren; zang begint krassend maar eindigt luid jodelend [N 09 (1961)] III-4-1
zwartmaken zwartverven: zwartvɛ̄rǝvǝ (Meijel) Het insmeren van bepaalde delen van het schoeisel met zwartsel. [N 60, 132c] II-10
zwartsel gitzwart: getzwart (Meijel), zwartsel: zwartsǝl (Meijel) Vocht waarmee men bepaalde delen van de schoen zwart maakt. Volgens de informant van L 267 wordt deze verfstof samengesteld uit roet, water en was, vooral bijenwas. De informant van K 278 vermeldt nog "olie" als ingredi√´nt. [N 60, 132a] II-10
zwartwerken trouwpakken maken: trǭwpɛk mākǝ (Meijel) Het maken van zwarte gelegenheidskleding voor feestelijke en droevige gelegenheden. [N 59, 194c] II-7
zwavelkaart zwavelkaart: zwāvǝlkārt (Meijel) Een brandende zwavellap of kaart gesopt in zwavel die in een kuil onder de korf wordt geplaatst. Door de opstijgende zwaveldampen wordt het bijenvolk gedood. [N 63, 78b; JG 1a+1b; monogr.] II-6
zwavelstok zwavelstek: zwèvelstek (Meijel), zwaveltje: (nu voor lucifers)  zwevelke (Meijel) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zwavelx zwavel: ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  zwāvəl (Meijel) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweep zweep: zwīp (Meijel) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zweer steenpuist: stéénpoest (Meijel), zweer: zwèèr (Meijel), zwéér (Meijel, ... ) Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 84 (1981)] III-1-2
zweet zweet: zwiët (Meijel) zweet [N 10 (1961)] III-1-2