e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melderslo

Overzicht

Gevonden: 625
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nauwgezet; nauwgezet persoon precies: pərsīēs (Melderslo), pronte mens: próóntə meens (Melderslo), secuur werk: səkūūr wérrək (Melderslo) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] III-1-4
navel navel: navel (Melderslo) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
netmaag netmaag: nɛtmāx (Melderslo) De tweede maag van de koe, de langwerpige maag. [N 28, 81; A 9, 11b] I-11
nieuwsgierig nieuwsgierig: nejsgirrig (Melderslo) nieuwsgierig, benieuwd: die vrouw is erg - [DC 16 (1948)] III-1-4
noemen noemen: neume (Melderslo) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2
notenboom notenboom: -  noteboem (Melderslo) okkernoot [DC 17 (1949)] I-7
oever kant: kant (Melderslo) oever [DC 02 (1932)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes ogenblikje: oegenblikske (Melderslo) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot noot: -  noot (Melderslo) okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
ondiep dreeg: dręi̯x (Melderslo) De in dit lemma genoemde termen voor ondiep (kunnen) worden gebruikt in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Vaak kent men voor het verrichten van ondiep ploegwerk een speciale term. Zie daarvoor het volgende lemma. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 39 + 42a + 43 + 44 + 45 + 47; N 11A, 107b + 110a + b; N P, 12; A 20, 1c; Lu 1, 1c; A 23, 1c; A 27, 24b; Lu 5, 24b; monogr.] I-1