21006 |
prei |
prei:
prei (L246b Melderslo)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
prî.zə (L246b Melderslo),
prî:s (L246b Melderslo)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
pindraad:
pendrǭt (L246b Melderslo)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
18927 |
proberen |
proberen:
prebere (L246b Melderslo)
|
proberen: Als hij kans ziet zal hij - je te bedriegen [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
27904 |
raam |
glas:
glãǝz (L246b Melderslo
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
19057 |
raar, vreemd |
raar:
raar (L246b Melderslo),
vreemd:
vremd (L246b Melderslo, ...
L246b Melderslo)
|
raar [DC 02 (1932)] || vreemd: Hoe luidt in uw dialect het woord - [DC 19 (1951)]
III-1-4
|
18167 |
rafel |
dreumel:
Ook scheldnaam voor Horst.
dreumels (L246b Melderslo)
|
Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)]
III-1-3
|
19433 |
ramen lappen |
sponsen:
spōnsə (L246b Melderslo),
zemen:
zīəmə (L246b Melderslo)
|
ramen zemen [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
24230 |
restant vogels |
jonge spreeuwen:
jonge sproane (L246b Melderslo)
|
jong van de spreeuw [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
24295 |
restant zoogdieren |
tam:
taam (L246b Melderslo)
|
tam [DC 19 (1951)]
III-4-2
|