e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melderslo

Overzicht

Gevonden: 625

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blad, bladeren van een plant blad: blāt (Melderslo), blader: blār (Melderslo) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
blauwe bosbes moelbes: -  moelbèz (Melderslo, ... ) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] III-4-3
blauwe vleesvlieg, bromvlieg bromvlieg: broomvleeg (Melderslo), madenschijter: majeschieter (Melderslo) bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] III-4-2
blazen blazen: blaoze (Melderslo) blazen [DC 37 (1964)] III-1-1
blijven wachten blijven: blīēve (Melderslo) blijven [DC 37 (1964)] III-4-4
bloedzuiger bloedzuiger: bloodzuuger (Melderslo) bloedzuiger [DC 30 (1958)] III-4-2
bloem (alg.) bloem: blo.mən (Melderslo) bloemen [RND] III-4-3
boekpens boekmaag: bukmāx (Melderslo) De derde maag van de koe, de maag die van binnen vol vliezen zit. [N 28, 82; A 9, 11c] I-11
boenen boenen: bunə (Melderslo) meubels en vloerzeil met behulp van was en een doek glimmend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
boenwas boenwas: bunwas (Melderslo) de was waarmee meubels en vloerzeil glimmend gemaakt worden [DC 15 (1947)] III-2-1