e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meldert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijen mesthoopjes markeren plekken tekenen: plɛkǝ tīkǝnǝ (Meldert) Voordat er mesthoopjes in evenwijdige rijen op een akker worden uitgereden, schrijdt de boer het perceel af, waarbij hij om de zoveel passen het begin van elke rij markeert met een bepaald teken (een stokje, een kuiltje in de grond, een hoopje aarde e.d.). De afstand tussen de rijen kan variëren van 3 tot 9 meter. Bepalend voor die afstand is de hoeveelheid mest die de bodem nodig heeft, ofwel de hoeveelheid mest die beschikbaar is. [N M, 11; N 11A, 22] I-1
rijk rijk: rēͅk (Meldert) rijk (zijn) [ZND m] III-3-1
rijkdom rijkdom: rɛkdoͅm (Meldert) rijkdom [RND] III-3-1
rijkswachter gendarme (fr.): ne genderm (Meldert, ... ) Gendarm, rijkswachter. [ZND 35 (1941)] III-3-1
rijp rijp: rèèəp (Meldert) rijp [RND] III-2-3
rijshout, bonenstaak erwtrijs: eͅtrēͅzə (Meldert) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [Goossens 1b (1960)] I-7
rijzadel rijzadel: rai̯zǭ ̞l (Meldert) Zadel dat gebruikt wordt bij het berijden van een paard. [JG 1a, 1b] I-10
rijzen, uit de aren vallen rijzen: rē̜zǝ (Meldert) Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.] I-4
rimpels rimpels: rumpels (Meldert) rimpels (in het gezicht) [ZND 41 (1943)] III-1-1
ring ring: rink (Meldert) ring [ZND A1 (1940sq)] III-1-3