e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meldert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stelen stelen: stelen (Meldert), stēlə (Meldert), stèlə (Meldert) stelen [ZND 25 (1937)], [ZND A1 (1940sq)], [ZND m] III-3-1
stenen pot, keulse pot pot: pot (Meldert) een stenen pot (hard gebakken, blauwgrijs) [ZND 32 (1939)] III-2-1
stengel, steel steel: stēl (Meldert) Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
sterx ster: steͅr (Meldert, ... ) ster [ZND 07 (1924)], [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
stier stier: stīǝr (Meldert), var: vē̜r (Meldert) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijfsel stijfsel: samen met znd 7, 48  stɛsəl (Meldert) de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)] III-2-1
stijgbeugels stijgbeugels: stibø̄gǝls (Meldert) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stijlvoetplaat muurplaai: mūjǝrplāj (Meldert) De onderste regel van het raamwerk waarop de muurstijlen worden geplaatst. In Q 20 rustte de muurplaat op een gemetselde fundering die 'gezwel' ('gǝšw'l', mv. 'gǝšw'ldǝr') werd genoemd. [N 4A, 52d; monogr.; Vld] II-9
stilstaan hou: ǫu̯ (Meldert) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken stinken: stinkə (Meldert) stinken [ZND A1 (1940sq)] III-1-1