34061 |
vaars |
vaars:
vē̜i̯ǝs (P045p Meldert),
vɛ̄ǝs (P045p Meldert)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
33795 |
vagina, geslachtsorgaan van de merrie |
geschift:
gǝsxeft (P045p Meldert)
|
Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40]
I-9
|
30187 |
vakvulling |
plekkerij:
plɛkǝraj (P045p Meldert)
|
De vulling van vlechtwerk en leem of van metselstenen die in het open vak, gevormd door de horizontale en verticale balken, wordt aangebracht. In Q 121c werden de vakken met 'een halve steen' ('ęnǝ hǫavǝ štē'), dus met halfsteens metselwerk, opgevuld. [N 4A, 53d; N 31, 45c; monogr.]
II-9
|
33221 |
van uitlopers ontdoen |
(scheuten) afdoen:
afdōǝn (P045p Meldert)
|
Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.]
I-5
|
34489 |
van veren wisselen |
ruiven:
rø̜̄vǝ (P045p Meldert)
|
[N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.]
I-12
|
17824 |
vangen |
vangen:
vaŋə (P045p Meldert)
|
vangen [ZND m]
III-1-2
|
34088 |
vangplooi |
vang:
vaŋk (P045p Meldert)
|
Huidplooi tussen lies en uier. [N 3A, 115]
I-11
|
21254 |
varen |
varen:
up ziə vārə (P045p Meldert, ...
P045p Meldert),
vēərə (P045p Meldert, ...
P045p Meldert)
|
op zee varen [ZND A1 (1940sq)] || varen [ZND m]
III-3-1
|
34297 |
varken |
varken:
vęrǝkǝ (P045p Meldert),
vɛrǝkǝ (P045p Meldert)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|
34316 |
varken van acht tot twaalf weken |
loper:
lyǝpǝr (P045p Meldert)
|
De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|