34155 |
verdrogen |
verdrogen:
vǝrdrȳgǝ (P045p Meldert)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
34167 |
verdroogde kalf |
droge mutten:
drȳgǝ møtǝ (P045p Meldert)
|
Kalf dat na afgestorven te zijn zonder bederf in de baarmoeder blijft zitten. [N 3A, 42]
I-11
|
30596 |
verf |
verf:
vęrǝf (P045p Meldert)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
frommelen:
froemmelen (P045p Meldert),
verkronkelen:
verkrunkelen (P045p Meldert)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
33465 |
verhoogd dakgedeelte boven een poort |
opbouw:
up˱bau̯ (P045p Meldert)
|
Om de hoogte van een poort te vergroten kan men het dak erboven verhogen. De omvang van de dakverhoging kan van geval tot geval verschillen. De verhoging kan ook een apart zadeldak zijn, dwars op dat van de schuur of de stal. Zie ook afbeelding 22.b bij het lemma "terugwijkende dakrand" (4.2.1). [N 4A, 31]
I-6
|
34171 |
verkeerd liggen |
in een wrong liggen:
in een wrong liggen (P045p Meldert)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
21399 |
verkeren |
caresseren (<fr.):
Van Dale: caresseren (<Fr.), liefkozen, strelen, meest fig.
carrəseerə (P045p Meldert),
veroud.
karəsērə (P045p Meldert),
verkeren:
vərkīərə (P045p Meldert),
vərkîêrə (P045p Meldert)
|
verkeren [ZND m] || vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
20367 |
verkering hebben |
caresseren:
cf. VD s.v. "caresseren"(fr.)
carrəseerə (P045p Meldert),
verkeren:
vərkîêrə (P045p Meldert)
|
vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
ich zen verkawt (P045p Meldert),
ig zen verkaad (P045p Meldert)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
kou:
ge zult ka krēͅge (P045p Meldert),
ge zult ne ka pakken (P045p Meldert)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|