e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meldert

Overzicht

Gevonden: 1821
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boerenzwaluw, zwaluw zwalf: zwailəf (Meldert), zwaləvə (Meldert) zwaluw [ZND 08 (1925)] || zwaluw (mv.) [RND] III-4-1
bokking boksharing: bukseͅriŋ (Meldert) bokking, gerookte haring [ZND 24 (1937)] III-2-3
bonk- of grauwveen russen: ręsǝ (Meldert) De bovenste laag in het veen. Deze bonklaag behoort tot het voedselarme veen en bestaat voor het overgrote deel uit weinig of niet vergaan sphagnum of veenmos. Turf uit deze laag dient vooral als aanmaakturf. [I, 2e; N 27, 19a] II-4
bont en blauw slaan blauw en grauw slaan: blāuw ən grāut Xəslāgə (Meldert) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
bonte koe met rode kop roodkop: rūǝtkǫp (Meldert) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123a] I-11
bonte koe met zwarte kop zwartkop: zwɛtkǫp (Meldert) [N 3A, 128] I-11
bonte specht, specht specht: speͅxt (Meldert) specht [ZND 07 (1924)] III-4-1
boog blinde boog: blenǝ bōx (Meldert), boog: bo.ch (Meldert), boog (Meldert) boog [RND] || Gebogen holronde overdekking van een muuropening. Bogen worden vooral toegepast bij overspanningen die groter zijn dan 1 meter of bij zware belasting. Zie ook afb. 52. Met het woordtype 'segmentboog' wordt een boog in de vorm van een cirkelsegment aangeduid. De woordtypen 'strekboog', 'strek' en 'scheitrechte boog' worden gebruikt voor een boog met een horizontale welflijn. In L 290 en L 291 werd een halfronde boog zonder ramen vaak als ontluchting in de gevels van schuren of stallen aangebracht. Men noemde dit: 'een halve maan' ('ǝn halǝf mǭn'). In Q 121 werd in het midden van de boog dikwijls een ornament of kijlvormige gevelsteen geplaatst. Zie ook het lemma 'Sluitsteen'. [N 32, 16a; N 32, 17a; N 4A, 40a; monogr.] || Hoe heet een boog dien de kinderen maken van een buigbaren stok en een koord? [ZND 32 (1939)] II-9, III-3-2
boom (alg.) bomen (mv.): būəmə mv (Meldert) boom [ZND m] III-4-3
boomgaard bogaard: bōgərt (Meldert) I-7