e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meldert

Overzicht

Gevonden: 1821
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brengen brengen: bringŋə (Meldert) brengen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
brief brief: bre.if (Meldert) brief [RND] III-3-1
briesen pruisen: prø̜̄sǝ (Meldert) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broeder broeder: brø.ər (Meldert) Een broeder. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
broedsel broedsel: brøtsǝl (Meldert) [L A2, 357; monogr.] I-12
broedziek broedkarig: bryi̯kǭrex (Meldert) Gezegd van een kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [JG 1a, 1b, 2c; S 5; monogr.] I-12
broek: algemeen broek: bruk (Meldert) broek [ZND m] III-1-3
broeksriem broeksband: broeksband (Meldert, ... ) draagband om een broek op te houden (fr. bretelle) [ZND 35 (1941)] III-1-3
broeksriem? riem: ri:əm (Meldert) riem [ZND A2 (1940sq)] III-1-3
bronstig breustig: brø̄stex (Meldert) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12