e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
iemands overlijden aanzeggen aanzeggen: aanzaike (Melick), op de begrafenis noden: op de begrafenis neuje (Melick) buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [bidden, in de rouw verzoeken] [N 87 (1981)] || ter begrafenis noden, "ter lijk noden"[tser liech róffe] [N 96D (1989)] III-2-2
iets onbelangrijks, nietigheid nietsnut: nieksnut (Melick) een voorwerp zonder waarde; een zaak van geen enkel belang [nietlig, nietigheid, dodeman, lacheding] [N 91 (1982)] III-4-4
iets opkroppen opkroppen: opkroppen (Melick) zijn verdriet of ongenoegen proberen verborgen te houden [opkroppen, kroppen] [N 85 (1981)] III-1-4
ijken ijken: ijke (Melick) gewicht nakijken om vast te stellen of ze het juiste gewicht hebben en, indien nodig, ze het juiste gewicht geven [ijken, ijkenen, pegelen] [N 89 (1982)] III-3-1
ijs (alg.) ijs: ies (Melick) ijs [DC 03 (1934)] III-4-4
ijsheiligen ijsheiligen: ieshelge (Melick) 12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)] III-3-3
ijspegel ijspegel: īēspeegels (mv.) (Melick) ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijsvogel ijsvogeltje: iesvögelke (Melick) ijsvogel III-4-1
ijzel, bevroren neerslag ijzel: iezel (Melick) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: iezele (Melick) ijzelen [N 22 (1963)] III-4-4