e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaarten (ww.) kaarten: /  kaarte (Melick) kaarten [SND (2006)] III-3-2
kaarten bijnemen nemen: nøͅmə (Melick) Kaarten bijnemen [rafelen, fretten]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaatsen (ballen) ballen: balle (Melick), ballen (Melick), kaatsen: kaatsen (Melick) Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || Met een bal spelen [ballen, bollen, tossen]. [N 88 (1982)] III-3-2
kadaver kapotte, een: ideosyncr. koe - zeug etc.  kapotte (Melick) Hoe noemt u het lijk van een dier (kadaver, lijk, dood-beest) [N 83 (1981)] III-4-2
kade loskade: loskade (Melick) de walkant langs een vaarwater of haven waaraan de schepen kunnen aanleggen, laden en lossen [kade, kaai, ka, lossing] [N 90 (1982)] III-3-1
kafmand kafmand: kāfmanj (Melick) Grote mand, waarin na het dorsen het kaf werd verzameld. De kafmand werd ook gebruikt om het kaf naar de schuur te brengen. Volgens de informant uit Sittard (Q 20) werd dit, gemengd met ander voer, gebruikt als voedsel voor paarden. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 105; monogr.] II-12
kakelen kakelen: kākǝlǝ (Melick) Geluid voortbrengen, gezegd van een kip. Dit lemma is onderverdeeld in geluiden die de kip maakt: (1) voordat ze een ei gaat leggen; (2) nadat ze een ei gelegd heeft. [N 19, 46; L 34, 12; L 34, 13; Vld.; N 18, add.; monogr.] I-12
kalf kalf: kāf (Melick) Jong rund, niet naar het geslacht onderscheiden. Zie afbeelding 3. Op de kaart is het woordtype kalf niet opgenomen. [N 3A, 15 en 20; JG 1a, 1b; Gwn V, 5, 5a en 5b; L 27, 56; R 12, 24; Wi 17; monogr.; add. uit N 3A, 4, 26a, 75a, 75b en 76; N C, 6, 7a, 7b, 8, 9a en 14b; A 9, 17a en17b; S 14] I-11
kalfmachine kalvermachine: kāvǝrmǝšīn (Melick) Instrument waarmee men het kalf geboren doet worden. [N 3A, 54b] I-11
kalfsrollade gevulde kalfsborst: Syst. WBD  gevölde kaafsbo͂:rs (Melick) Opgerolde, met gehakt gevulde kalfsborst (kalfsboog, boog?) [N 16 (1962)] III-2-3