23431 |
kandelaar op het altaar |
kaarsenluchter:
kairseluchters (L383p Melick)
|
De kandelaars, de kaarseluchters op het altaar [kèrseluchters, keëtseluëtersj]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19109 |
kans |
kans:
gelieke kans (L383p Melick)
|
De mogelijkheid, waarschijnlijkheid om te winnen of te verliezen [kans, hasard]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21721 |
kantongerecht |
tribunaal (<fr./lat.):
tribunaal (L383p Melick)
|
het laagste rechtscollege, bevoegd tot kennisneming van kleine burgerlijke zaken en tot berechting van overtredingen [kantongerecht, tribunaal] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24081 |
kanunnik |
kanunnik (<lat.):
kanunnik (L383p Melick)
|
Een wereldlijke R.K. geestelijke die deel uitmaakt van een kapittel van een kathedrale kerk, kanunnik. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23272 |
kapelaan |
kapelaan:
kapplaon (L383p Melick)
|
Een kapelaan [ôngerpastoeër]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23489 |
kapelletje |
kapelletje:
kapelke (L383p Melick)
|
Een bedehuisje langs de weg of in het veld, gebouwd uit devotie voor een heilige of uit dankbaarheid voor verkregen gunsten [kapel, kapelleke, kapelke, kapelsje, heiligenhuisje, keske(=kastje)?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
25254 |
kapper, maat van 0,2 liter |
twee maatjes:
2 mûtjes (L383p Melick)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 0,2 liter [kapper] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22254 |
kapucijn |
bedelpater:
baildepater (L383p Melick)
|
Een Capucijn [Kappesijn, bedelmonnik]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21760 |
kar |
kar:
kɛr (L383p Melick)
|
Algemene benaming voor een voertuig met twee wielen (in Haspengouw mogelijk ook drie wielen, maar die zijn zeldzaam) met een lamoen waarin een paard gespannen wordt. Meestal wordt het gebruikt om lasten van enige omvang te vervoeren. Vroeger had de kar over het algemeen houten wielen, maar in de jaren na de tweede wereldoorlog werden die geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. [N 17, add; A 2, 55; Wi 14; Gi, 15; S 17; L 1a-m; L 27, 28; R 12, 23; RND, 74; JG 1b; N 17, 4; monogr.]
I-13
|
24072 |
kardinaal |
kardinaal (<fr.):
kardinaal (L383p Melick)
|
Een kardinaal. [N 96D (1989)]
III-3-3
|