e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naar de mis gaan mis horen: mes huere (Melick) De mis bijwonen, de mis horen [mès huëre, mès bèèje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
naar huis gaan naar huis gaan: nao hoes gaon (Melick) naar huis gaan [DC 03 (1934)] III-1-2
naaste mitmensch (du.): mitmiensch (Melick) Je/uw naaste, evennaaste, evenmens [naoste, nôste, èèvemins]. [N 96D (1989)] III-3-3
nabidden nabeden: noabaije (Melick) Nabidden, d.w.z. antwoorden bij het bidden, de tweede helft van een gebed bidden. [N 96B (1989)] III-3-3
nabootsen nadoen: naodoon (Melick) iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtbraken nachtbraken: nachbrake (Melick) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtmis nachtmis: nachmes (Melick) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtzwaluw vliegende pad: vleegende pèt (Melick) nachtzwaluw III-4-1
nadeel schade: sjaaj (Melick) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] III-1-4
nageboorte van de koe rein: rɛi̯n (Melick) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11