e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pak slaag slaag: sjleuig (Melick) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] III-1-2
palmbosje palmwis: palmwösj (Melick) Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmpaas palmbezem: palmbessem (Melick) De versierde en van allerlei lekkerneien voorziene stok waarmee men rondloopt op Palmzondag [palmpaas]. [N 88 (1982)] III-3-2
palmprocessie palmprocessie (<lat.): palmprocesse (Melick) De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakje palmtakje: palmtekske (Melick) Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmwijding palmwijden: palmwieë (Melick) De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
palmzondag palmzondag: palmzunjenig (Melick) De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
pannenkoek pannenkoek: Syst. WBD  pannekook (Melick) Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenkoekenbeslag koekendeeg: Syst. WBD  kookedeig (Melick) Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenlap pannenlap: pannelap (Melick) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1