e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschuit beschuit: besjuu.‧t (Melick) de beschuit [N 29 (1967)] III-2-3
beschuit met muisjes beschuiten met muisjes: Syst. WBD  besjuute mit muuskes (Melick, ... ) Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)] III-2-2, III-2-3
beschuitbol beschuitbol: bǝšȳtbol (Melick) [N 29, 61; N 29, 60] II-1
beschuitdoppen beschuitevormen: bǝšȳtǝvǭrmǝ (Melick) De vormen die bij het opbollen van beschuitdeeg gebruikt worden. [N 29, 59b; N 29, 59a] II-1
beschuitmes besehuitemes: bǝšȳtǝmɛts (Melick) Mes dat gebruikt wordt bij het doormidden snijden van de beschuitbollen. [N 29, 62b] II-1
beschuitpap beschuitenmelkspap: Syst. WBD  besjuutemae:lkspap (Melick) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant boddelen: budǝlǝ (Melick) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
beslag beslag: besjlaag (Melick) het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)] III-3-1
besloten tijd advent (<lat.): advent (Melick), besloten tijd: beslaote tied (Melick) De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)] III-3-3
besteden besteden: bestjaie (Melick) geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)] III-3-1