e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pronken prijken: prieke (Melick), pronken: pronke (Melick) in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] III-1-3
proosten klinken: klinke (Melick) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
prostituée hoer: hoor (Melick) prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)] III-2-2
pruimen pruimen: proemen (Melick) pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] III-2-3
prutsen hannesen: hannesen (Melick), prutsen: prutsen (Melick), verprutsen: verprutst (Melick) ondegelijk of onvoldoende werk verrichten of ondegelijk aan iets werken [prutsen, fanneken, vrellen, prutten, dooieren, merelen, kloten, klooien, teutelen, zeuren, soeliën, hannesen, treuzelen, teuten, semmelen] [N 85 (1981)] || slecht, slordig werk leveren door onvoldoende kennis [broddelen, brodden, modderen, troddelen, figgelen, knoefelen, foefelen, krabben, fikkelen] [N 85 (1981)] || verkeerd handelen, niet op de goede manier maken [verkerven] [N 85 (1981)] III-1-4
prutswerk gepruts: gepruts (Melick) werk dat ondeugdelijk of ondegelijk is [getotter, prutswerk, kleuterwerk, kutselwerk] [N 85 (1981)] III-1-4
pruttelen lurken: lurke (Melick) Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)] III-2-3
pseudovogelpest vogelpest: vōgǝlpɛs (Melick) Pseudovogelpest, New-Castle ziekte is een virusziekte. Ademnood en zenuwstoornissen zijn de voornaamste kenmerken, ook verdwijnt de leg plotseling bijna helemaal. [N 19, 64] I-12
puber herfsthaan: herfshaan (Melick) puber; iemand tussen 15 en 18 jaar, in de levensperiode waarin de geslachtsrijpheid optreedt en zichzelf ontwikkelt, tevens periode van geestelijke rijping [puber, aankomeling] [N 86 (1981)] III-2-2
pudding pudding: Syst. WBD  pödding (Melick) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3