21892 |
rentenieren |
rentenieren:
renteneren (L383p Melick)
|
leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25095 |
repareren |
maken:
make (L383p Melick)
|
repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24548 |
reseda |
rose dgypte (fr.):
reziep (L383p Melick, ...
L383p Melick)
|
[N 92 (1982)]Reseda (reseda odorato). Een 20 tot 60 cm grote plant. De stengels groeien rechtop en zijn sterk vertakt; de bladeren zijn dubbel veerspletig; de bloemen groeien in trossen, met 6 gespleten kroonbladeren, lichtgeel van kleur en reukloos. De vruchten zijn [N 92 (1982)]
I-7, III-4-3
|
20559 |
rest in het glas |
klatsje:
kletsjke (L383p Melick)
|
restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24230 |
restant vogels |
kruisbek:
alleen in kandidaatsscriptie
kruutsbèk (L383p Melick),
pestvogel:
pèsvoogel (L383p Melick)
|
kruisbek || pestvogel
III-4-1
|
23674 |
retraite |
retraite (fr.):
retraite (L383p Melick)
|
Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23677 |
retraitehuis |
retraitehuis:
retraitehoes (L383p Melick)
|
Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18085 |
reumatiek |
gicht:
gig (L383p Melick)
|
Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20633 |
reuzel, bladvet |
veer:
Syst. WBD
vaer (L383p Melick)
|
Ongesmolten varkensvet, reuzel, (vlieze, vieze, vizze, reuzel?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25015 |
ribbel |
rug:
rûk (L383p Melick)
|
een smalle, langwerpige verhoging aan een voorwerp [ribbel, ril, reef, rif] [N 91 (1982)]
III-4-4
|