e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruilen (als spel) tuisen: toesje (Melick) Het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden]. [N 88 (1982)] III-3-2
ruimte voor brandstof schansenschop: šansǝšop (Melick) De bakker stookt zijn oven met kolen of hout. Het kolenhok ligt in de regel naast de oven. Het hout wordt in een schuurtje opgeslagen. [N 29, 105e] II-1
ruisen (van de wind) ruisen: roesje (Melick) het geluid dat een stroom van lucht of een vloeistof maakt bij het gaan door of schuren langs iets of in zijn baan [ruisen, ruizelen, reuzelen] [N 91 (1982)] III-4-4
ruk ruk: rûk (Melick) Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)] III-1-2
runderlapjes rindslapjes: Syst. WBD  rintjslépkes (Melick) Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)] III-2-3
rundvee vee: (Melick) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rundvleessoep rindvleessoep: Syst. WBD  rintjvleissoep (Melick) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rustaltaar rustaltaar: rüstaltaor (Melick) Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
ruw, hard ruw: roewe (Melick) zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1
sacramentsdag sacramentsdag: sacramentsdaag (Melick) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3