19259 |
bevel |
commanderen (<fr.):
komanderen (L383p Melick)
|
een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19258 |
bevelen |
commanderen:
komanderen (L383p Melick),
verantwoording geven:
verantjwording gaive (L383p Melick, ...
L383p Melick)
|
een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)] || iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
19238 |
bewerkelijk (zijn) |
moeilijk:
meujelik (L383p Melick)
|
niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25573 |
bewerken van het deeg op de werktafel |
doorslaan:
dōršlǭn (L383p Melick)
|
De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.]
II-1
|
23560 |
bewieroken |
bewieroken:
bewieroken (L383p Melick)
|
Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25231 |
bewolking |
wolkendek:
wolke daek (L383p Melick)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18839 |
bezadigd |
koekalm:
koekalm (L383p Melick)
|
zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19302 |
bezig |
doende:
doonde (L383p Melick)
|
werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21299 |
bezoek |
bezoek:
bezeuk (L383p Melick)
|
de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezeuke (L383p Melick)
|
een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|