20770 |
speculaas |
speculatie:
sjpikkəla‧sie (L383p Melick)
|
speculaas [N 29 (1967)]
III-2-3
|
21888 |
speculeren |
speculeren:
sjpikkelere (L383p Melick)
|
kopen, verkopen of wachten met kopen of verkopen in de verwachting winst te maken door stijging of daling van prijzen [lippen, speculeren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17782 |
speeksel |
kots:
kôts (L383p Melick)
|
Speeksel: het mondvocht, afscheiding van bepaalde klieren in de mond (smurrie, tuf, spuw, speek, jodevet, speeksel). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
22384 |
speelkaart |
kaart:
kaart (L383p Melick)
|
Elk van de kaarten van het kaartspel, speelkaart [flep, flik]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21480 |
speelplaats |
speelplaats:
sjpeelplaats (L383p Melick)
|
de plaats voor of bij de school waar de leerlingen voor of na de schooltijd en tijdens de pauzes verblijven [cour, speelplaats] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20287 |
speen |
tutter:
tutter (L383p Melick)
|
speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dēm (L383p Melick)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
24747 |
speenkruid |
boterbloempje:
bôterbleumke (L383p Melick)
|
Speenkruid (ficaria verna 5 tot 25 cm hoog. De stengels zijn liggend of opstijgend; de bladeren zijn hart- of niervormig, ze zijn glanzend en lang gesteeld, met knolletjes in de onderste bladdeksels. De bloemen zijn talrijk, met vrij smalle kroonbladere [N 92 (1982)]
III-4-3
|
20702 |
spekpannenkoek |
spekkoek:
Syst. WBD
sjpekkook (L383p Melick)
|
Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22327 |
spelletje |
partijtje:
partieke (L383p Melick)
|
Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|