34233 |
verse koe |
verse koe:
vɛrsǝ ku (L383p Melick)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
18226 |
versleten |
versleten:
versjlete (L383p Melick)
|
door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
19179 |
verstandig |
pienter:
pienter (L383p Melick),
slim:
slum (L383p Melick)
|
het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
baktand:
baktanjt (L383p Melick),
oogtand:
augtanjt (L383p Melick),
tand van verstand:
tanjt van verstanjt (L383p Melick)
|
verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
22349 |
verstoppertje spelen |
verstoppen:
versjtoppe (L383p Melick),
verstoppertje spelen:
/
versjtoppertje (L383p Melick)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || verstoppertje [SND (2006)]
III-3-2
|
34235 |
verstopte speen |
verstopte speen:
vǝrštǫptǝ špēn (L383p Melick)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
21737 |
vervanger |
remplaant (fr.):
ramplecant (L383p Melick)
|
iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19012 |
verveeld |
vervelend:
vervailendj (L383p Melick)
|
de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18928 |
vervelend werk |
geneuk:
genêûk (L383p Melick)
|
vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21167 |
vervoerbewijs |
kaartje:
kairtje (L383p Melick)
|
het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|