23582 |
wisselende misgezangen |
wisselende misgezangen:
wisselende misgezangen (L383p Melick)
|
De wisselende misgezangen [Introïtus, Graduale, Tractus, Alleluia, Sequentia, Offertorium, Communio]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25174 |
wisselvallig weer |
braggelen:
brakkele (L383p Melick),
t weer staat te luimen]:
’t wéér lik maar get te loere (L383p Melick),
’t wéér waet neet, wat ’t wilt (L383p Melick)
|
niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] || nu eens regenen, dan weer helder zijn, gezegd van het weer [N 81 (1980)]
III-4-4
|
23669 |
witte donderdag |
witte donderdag:
witte donderdig (L383p Melick)
|
De donderdag in de week vóór Pasen, Witte Donderdag [jreune dónnesjtiech]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20575 |
witte kaas, wrongel |
fluitkaas:
fluitkees (L383p Melick),
Syst. WBD
fluitkees (L383p Melick)
|
hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)] || Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25529 |
witte, buitenlandse bloem |
wit meel:
wet mē̜l (L383p Melick)
|
De bakkwaliteit van bloem gemalen van harde tarwe is beter dan die van bloem ge-malen van zachte tarwe (Schoep blz. 7). Hetzelfde geldt voor de rogge. Omdat in het algemeen de buitenlandse tarwe en rogge harder zijn dan de inlandse, kan men zeggen dat de buitenlandse bloem een betere bakkwaliteit heeft dan de inlandse bloem. [N 29, 15b; N 29, 16]
II-1
|
20620 |
wittebrood |
mik:
Syst. WBD
mik (L383p Melick)
|
Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21874 |
woekeren |
woekeren:
woekere (L383p Melick)
|
onwettige winst die verkregen is door misbruik te maken van de nood van iemand anders bijv. door te veel rente te vragen [woeker, woekerij, usure] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17890 |
woelen |
wregelen:
vreigele (L383p Melick)
|
Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, spollen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
Goonsdig (L383p Melick)
|
de vierde dag van de week, woensdag [goensdag] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21131 |
woest, wild rijden |
rossen:
Van Dale: II. rossen, hard, woest rijden.
rosse (L383p Melick)
|
woest, wild rijden [rossen, rotsen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|