e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bouwland akkergrond: akǝrgronjtj (Melick), akkerland: akǝrlanjtj (Melick), land: lanjtj (Melick), laŋt (Melick) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
bouwvoor bouwvoor: bū[voor] (Melick) De bouwvoor of teellaag van akker- en tuingrond is de door regelmatig ploegen of spitten en bemesten vruchtbaar gemaakte humusrijke bovenlaag, waarin de gewassen wortel schieten. De dikte van deze laag komt overeen met de diepte van de geploegde of gespitte zaaivoor. Van de opgesomde termen zijn er sommige ook toepasselijk op een bepaalde (goede) grondsoort of op vruchtbare grond in het algemeen. [N 27, 26a + b; N 11A, 129f + 137a; A 47, 4d] I-1
bovenbeschuit bovenste: b ̇ø̜̜̄vǝlstǝ (Melick) Er was gevraagd naar de "bovenkant van de beschuit". Het kan zijn dat een enkel woordtype duidt op "beschuit die van het bovenste gedeelte van de beschuitbol wordt gebakken". [N 29, 65a] II-1
bovenkant van een peperkoek bovenkant: bǭvǝka.ntj (Melick) [N 29, 94a] II-1
bovenkant van het brood korst: kǫrš (Melick) [N 29, 54a; monogr.] II-1
bovenlip bovenlip: boavəlup (Melick) bovenlip [DC 01 (1931)] III-1-1
bovenste handvat (bovenste, lange, grote) knab: bǭvǝstǝ knap (Melick) Het bovenste handvat van de steel van de zeis, dat in de linkerhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het lange T-vormige handvat, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de opgaven opgenomen waar het bovenste handvat kort en recht is of waar dit bovenste handvat ontbreekt (model B). Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het onderste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (bovenste, lange, grote, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A1 en B1.' [N 18, 67b; N C, 3b1; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
bovenste handvat van de heizicht bovenste knab: bǭvǝstǝ knap (Melick) Bij een aantal opgaven van informanten is het niet duidelijk of het hier om het bovenste of onderste handvat gaat. [N 18, 77 c; I, 26d] II-4
bovenstuk van een rijtuig imperiaal (<fr.): Van Dale: imperiaal (&lt;Fr.), II. zn., 1. zitgelegenheid boven op een auto- of omnibus, diligence enz.; - bak met lage rand, of een nekele rand of rekwerk op de kap van rijtuigen en motorvoertuigen, om daar koffers enz. te kunnen bergen.  imperiaal (Melick) het bovenstuk van een rijtuig [imperiaal] [N 90 (1982)] III-3-1
bovenverdieping zolder: zülder (Melick) Hoe noemt u de bovenverdieping van een huis? (bovenverdieping, bovenste verdieping) [N 104 (2000)] III-2-1