e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dauw dauw: douw (Melick) dauw die s morgens over de velden hangt [doom, domp, mok] [N 22 (1963)] III-4-4
dauwtrappen dauwtrappen: dauwtrappe (Melick) Het volksgebruik om op hemelvaartsdag (maar ook op de 2e pinksterdag of de eerste zondag in mei) vroeg naar buiten te gaan en zich daar te ontspannen [dauwtrappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
daverwaat daverwaart: dāvǝrwārt (Melick) Blad van de zeis dat zijn spanning heeft verloren en "klappert" bij het maaien. Dit kan gebeuren wanneer het blad door veelvuldig gebruik en wetten te dun is geworden en de zeis versleten raakt. Maar een zeis kan ook "daverwatig" worden als er ondeskundig is gehaard, onregelmatig of te ver van de eigenlijke snede af, naast het haarpad, of wanneer er te lang op één en dezelfde plaats is geslagen. Men vindt in dit lemma substantieven (zoals daverwaat (subst. èn adj.), daverblad, klapzeis), adjectieven (zoals daverwatig, klapperwatig, versleten) en uitdrukkingen (zoals er zit de koekoek in of de zeis fronselt) bijeen. [N 18, 89; monogr.] I-3
de absolutie geven absolutie (<fr.) geven: absolutie gaive (Melick) De absolutie geven [absolvere]. [N 96D (1989)] III-3-3
de avond luiden de avondsklok luiden: aovesklok (Melick) Het angelus luiden aan het begin van de avond [het luidt......?] [de koster luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3
de baas spelen beheren: beheren (Melick), de baas zijn: de baas zeen (Melick) de baas spelen, het voor het zeggen willen hebben [oversukkelen] [N 85 (1981)] || de verantwoording hebben over een zaak of instelling [beheren, regeren] [N 85 (1981)] III-1-4
de bezem uitsteken de bezem uitsteken: de bessem oetsjtaike (Melick) Het feest dat door de kinderen gegeven wordt als vader en moeder uit huis zijn [bezemen, bezem hebben, de bezem uitsteken]. [N 88 (1982)] III-3-2
de catechismusles bijwonen op de catechismus: oppe kategismus (Melick), op de christenleer: oppe kristeleer (Melick) De katechismusles bijwonen. [N 96D (1989)] III-3-3
de catechismusles verzuimen uit de catechismus blijven: oete kattegismus gebleve (Melick) De katechismusles verzuimen. [N 96D (1989)] III-3-3
de communie brengen aan een zieke communie (<lat.) brengen: communie bringe (Melick) De communie brengen aan een zieke thuis, bijv. op de eerste vrijdag van de maand [inne ózzen Herrejot bringe, inne verzieë]. [N 96D (1989)] III-3-3