e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dooien t slaakt]: deuje (Melick), ’t begint te deuje (Melick), ’t geit deuje (Melick), ’t wéér geit aaf (Melick) dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
dooierzwam hanenkam: hanekam (Melick) Cantharel: een gele, eetbare paddestoel (cantharel, eierzwam, dooierzwam). [N 92 (1982)] III-4-3
doop doop: duip (Melick) Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbelofte doopbelofte: duipbelofte (Melick) De doopbeloften zoals ze worden afgelegd door peter en meter. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbewijs doopbewijs: duipbewies (Melick) Het doopbriefje, het bewijs dat men gedoopt is [doofsjien]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopgetuige peter en meter: paiter en maiter (Melick) Als doopgetuige aanwezig zijn [an doof joaë]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopjurkje doopkleed: doupkleid (Melick) het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] III-2-2
doopkaars doopkaars: duipkairsch (Melick) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: duipkapel (Melick) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopsel doopsel: duipsel (Melick) Het doopsel [der doof]. [N 96D (1989)] III-3-3