e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een gelofte doen belofte doen: belofte doon (Melick), gelofte doen: gelofte doon (Melick) Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)] III-3-3
een haan snijden kapuinen: kapūnǝ (Melick) Een haan castreren. [N 19, 60b; monogr.] I-12
een hond vleien strelen: ideosyncr.  sjtreele (Melick) Hoe noemt u een hond vleien (fluren, flemen) [N 83 (1981)] III-2-1
een kind op de arm dragen dragen: dragen (Melick) een kind op de arm dragen [peizen] [N 87 (1981)] III-2-2
een kruisje geven zegenen: zaigene (Melick) Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisje op het brood maken het brood zegenen: et brood zaigene (Melick) Het gebruik om een brood met het mes te bekruisen, voordat men het aansnijdt; men maakte met het broodmes een kruisje aan de onderkant van het brood [n kruuske ónder de mik maake?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisteken maken n kruus maake: zich zaigene (Melick) Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)] III-3-3
een pak slaag geven aframmelen: aaframmelen (Melick) pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] III-1-2
een spel kaarten spel: sjpeel (Melick) Een spel kaarten [stok, spel, speul]. [N 88 (1982)] III-3-2
een stuk grond enten enten: ɛntǝ (Melick) Enten is het bestrooien van een akker of een pas ontgonnen stuk (heide)grond met aarde van een akker waarop het te telen gewas al eerder heeft gestaan. De entaarde is van goede kwaliteit. De geënte akker wordt meer geschikt voor het te telen gewas. Meestal gaat het om stikstofbindende planten als lupine (L 270, Q 2), klaver (Q 2), lucerne (Q 187a) en serradella (L 115, 192a), in het algemeen dus vlinderbloemigen (L 163, 248, 266, 294, Q 97). Termen als enten, inenten veronderstellen "een akker", "een stuk land" e.d. als object. [N 11, 25; N 11A, 33] I-1