e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melick

Overzicht

Gevonden: 3111
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevallen engelen gevallen engelen: gevalle ingele (Melick) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevangenis bak: Van Dale: I. bak, 9. (gemeenz.) gevangenis, nor, arrestantenhok.  bak (Melick) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] III-3-1
gevormd worden gevormd worden: gevormd waire (Melick) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
geweer geweer: gewair (Melick) een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)] III-3-1
gewelf gewelf: gewölf (Melick) Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] III-3-3
geweten geweten: gewete (Melick) Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)] III-3-3
gewicht verliezen inbakken: enbakǝ (Melick) Het verliezen van gewicht bij het bakken van het brood. Volgens de informant van L 270 houdt dit verlies aan gewicht ¬± 10% in. [N 29, 48] II-1
gewichtssteen gewichtssteen: gǝwexštęjn (Melick), lood: lōt (Melick), pond: po.ntj (Melick) Gevraagd werd speciaal naar de stenen die men vroeger in plaats van gewichten gebruikte. [B 29, 33b; N 29, 105e; monogr.] II-1
gewillig gewillig: gewillig (Melick) graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
gewone spurrie spurrie: špø̜rx (Melick) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5