25004 |
grootx |
groot:
groot (L383p Melick)
|
groot [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
23543 |
grote hostie |
grote hostie (<lat.):
grote hostie (L383p Melick)
|
De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24165 |
grote lijster |
groene lijster:
greune liester (L383p Melick)
|
grote lijster
III-4-1
|
22675 |
grote trom |
dikke trom:
dikə trom (L383p Melick)
|
Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
33226 |
grove zeef, voor consumptieaardappelen |
grove/grof zeef:
grǭf zēf (L383p Melick)
|
De meest grove of bovenste zeef; hierdoor worden de grootste aardappelen afgezonderd van de rest. Deze dienen voor de consumptie. Omschrijvende antwoorden als "grote zeef" zijn hier niet opgenomen. In Belgisch Limburg is zeef onzijdig en moet men voor grove zeef wel grof zeef lezen. [N 12, 34a]
I-5
|
18872 |
gruwelijk |
gemeen:
gemein (L383p Melick),
smerig:
sjmeerig (L383p Melick)
|
grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)] || vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32626 |
guano |
guano:
gyu̯ān (L383p Melick)
|
Guano is een poedervormige meststof, vervaardigd van uitwerpselen, veren en kadaverresten van zeevogels, waarvan zich in de loop van de tijd dikke lagen hebben gevormd op onbewoonde eilanden en klippen met name aan de westkust van Zuid-Amerika (Peru, Chili). Blijkens een aantal opgaven werd guano beschouwd als de oudste of eerst bekende kunstmest of was hij de voorloper daarvan, die vooral vóór de eerste W.O. gebruikt werd. Toen de echte kunstmest zijn intrede had gedaan, werd deze aanvankelijk nog vaak guano genoemd. Met guano, die voornamelijk werd aangewend om pootaardappelen te bemesten, ging men zuinig om: met een oude eetlepel of iets dergelijks werd in ieder pootgat een kleine hoeveelheid van deze meststof op of bij de aardappel gelegd. Volgens de meeste opgaven was guano een stikstofhoudende meststof, volgens enkele andere bevatte hij ook kali en fosforzuur, terwijl hij eenmaal met thomasslakken wordt vergeleken of als zwarte meststof wordt omschreven. Mogelijk werd deze originele vogelmest in het begin van de kunstmestperiode synthetisch nagemaakt en als guano of onder een daarop gelijkende handelsnaam in de handel gebracht. [N P, 8; N 11A, 62a]
I-1
|
18834 |
guitig |
losgelaten:
los geloate (L383p Melick)
|
vrolijk plagend of op overmoedige wijze grappig [farsig, guitig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23267 |
gulden mis |
gulden mis:
guljemes (L383p Melick)
|
De mis op quatertemperwoensdag van de Advent, guldenmis, noodmis [julde maes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
18856 |
gunst |
gunstig:
gunstig (L383p Melick)
|
de welwillende, gunstige gezindheid van de ene persoon tegenover de andere [gunst, jonst] [N 85 (1981)]
III-1-4
|