e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Melveren

Overzicht

Gevonden: 1165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
portemonnee, beurs portemonnee (<fr.): ’n leeren portemonaie (Melveren) Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)] III-3-1
poten planten: plāntǝ (Melveren) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5
praam proom: prōm (Melveren) Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.] I-10
prei poor: poͅur (Melveren) [Goossens 1b (1960)] I-7
preisoep poorsoep: Syst. Frings  poͅu̯rsop (Melveren) Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)] III-2-3
pudding crme: Syst. Frings  krɛ̄m (Melveren), pudding: Syst. Frings  pydeŋ (Melveren) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
punt van het blad van de zeis bek: bęk (Melveren) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
putemmer putemmer: pøtiəmər (Melveren) [N 12 (1961)] I-7
putgalg putstijl: putstijl (Melveren) [N 12 (1961)] I-7
puthaak schepstek: sxøpsteͅk (Melveren) [N 12 (1961)] I-7