e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Membruggen

Overzicht

Gevonden: 812
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkens mesten masten: mastǝ (Membruggen), vetmaken: vetmaken (Membruggen), vętmǭ.kǝ (Membruggen), vetten: vetten (Membruggen) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkensvet gesmelt vet: gəsmeͅ.lt feͅt (Membruggen) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3
vaste uitwerpselen keutelen: kø̄.tǝlǝ (Membruggen), pitten: pitǝ (Membruggen), stront: stro.nt (Membruggen) Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11
vat vat: vǭǝ.t (Membruggen  [(18 kg)]  ) Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.] II-3
vechthaan soorthaan: sorthǭ.nǝ (Membruggen) Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
veearts artist: artis (Membruggen) [JG 1a, 1b; Vld.; monogr.] I-11
veestapel beesten: bestǝ (Membruggen) Al het vee dat op een boerenbedrijf aanwezig is. Vergelijk het lemma ''vee'' (13.11) in deze aflevering. [JG 1a, 1b] I-11
veevoer verzamelen roppen: rø̄.pǝ (Membruggen) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11
veldkruis veldkruis: vèldkròəs (Membruggen) Een kruisbeeld in het veld, langs de openbare weg opgericht [veldkruis, devotiekruis?]. [N 96A (1989)] III-3-3
veldleeuwerik, leeuwerik liewerk: leewerk (Membruggen) (veld)leeuwerik III-4-1