e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pantoffel pantoffel: pantūfələ (Merkelbeek) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] III-1-3
pap pap: pap (Merkelbeek) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3
parelen borrelen: borrele (Merkelbeek) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
parfum parfum: parfum (Merkelbeek) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
parlevinker bootje: bootje (Merkelbeek) het bootje van een koopman te water [parlevinker, ventjager] [N 90 (1982)] III-3-1
pasfoto identiteitsfoto: identiteitsfoto (Merkelbeek) de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)] III-3-1
paspoort pas: pas (Merkelbeek, ... ) het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)] III-3-1
passen passend: passend (Merkelbeek) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
pastinaak pastenaken: eigen spellingsysteem  pastenaak (Merkelbeek) De pastinaak, de vlezige wortel van de plant met dezelfde naam, die een aromatische smaak heeft (pastenaak, pannenakkerstrung). [N 82 (1981)] I-7
pauzeren pauzeren: pauzere (Merkelbeek) heel even ophouden met werken [tukken] [N 85 (1981)] III-1-4