21720 |
rechtspreken |
rechtspreken:
rechtsprèke (Q034p Merkelbeek)
|
rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22883 |
rechtsvoor |
rechtsbuiten:
rechtsboete (Q034p Merkelbeek)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
18961 |
rechtvaardig |
rechtvaardig:
rechtvĕĕrdig (Q034p Merkelbeek)
|
handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21201 |
reiskoffer |
koffer:
koffer (Q034p Merkelbeek),
valies (<fr.):
valīēs (Q034p Merkelbeek)
|
Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21196 |
reizen |
reizen:
reze (Q034p Merkelbeek, ...
Q034p Merkelbeek)
|
een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] || het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21740 |
rekruut |
rekruut:
rekruut (Q034p Merkelbeek)
|
een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21892 |
rentenieren |
rentenieren:
rentenere (Q034p Merkelbeek)
|
leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20559 |
rest in het glas |
klatsje:
kletske (Q034p Merkelbeek)
|
restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24230 |
restant vogels |
spreeuwtjes:
šprēwkəs (Q034p Merkelbeek)
|
jong van de spreeuw [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
24295 |
restant zoogdieren |
das:
das (Q034p Merkelbeek),
tam:
taam (Q034p Merkelbeek)
|
das [DC 07 (1939)] || tam [DC 19 (1951)]
III-4-2
|