21214 |
riool |
riool:
rioël (Q034p Merkelbeek)
|
het stelsel van buizen en kanalen voor het afvoeren v an vuil water [riool, geul, grip] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21200 |
rit |
rit:
rit (Q034p Merkelbeek)
|
de afstand afgelegd te paard, per fiets, per auto of op de schaats (tocht, rit) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24647 |
robinia |
acacia:
eigen spellingsysteem
acasia (Q034p Merkelbeek)
|
De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33478 |
rode aalbes |
wiemeren:
eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
wiemere (Q034p Merkelbeek)
|
aalbes [N 82 (1981)]
I-7
|
33231 |
rode biet |
kroot:
krōt (Q034p Merkelbeek),
rode kroot:
rō krōt (Q034p Merkelbeek),
slakroot:
šlātkrōt (Q034p Merkelbeek)
|
Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.]
I-5
|
20886 |
rode bieten |
rode kroten:
roo krote (Q034p Merkelbeek)
|
rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
24508 |
rode bosbes |
bosbes:
eigen spellingsysteem
boesjbes (Q034p Merkelbeek)
|
De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20655 |
rode kool |
rood moes:
rood mous (Q034p Merkelbeek)
|
Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)]
I-7
|
21733 |
roede |
roe(de):
rouw (Q034p Merkelbeek)
|
een aantal takjes tot een bosje bij elkaar gebonden als strafwerktuig [roe, gips, gisp, roei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25314 |
roede, maat van 14 m2 |
roede:
rouw (Q034p Merkelbeek)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 14 vierkante meter [roede] [N 91 (1982)]
III-4-4
|