e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smele smele: šmęi̯le (Merkelbeek) Deschampsia Beauv. In het gebied van het WLD komen van deze grassoort met wijduitstaande aren twee soorten vrij algemeen voor: de ruwe smele (Deschampsia cespitosa (L.) Beauv.) en de hierbij afgebeelde bochtige smele (Deschampsia flexuosa (L.) Trin.) De eerste komt in pollen voor op vochtige gronden en wordt 30 tot 150 cm hoog; de tweede op droge gronden en wordt 30 tot 70 cm hoog. De benamingen slaan in sommige plaatsen speciaal op de halmen. I-5
smokkelen smokkelen: sjmoekele (Merkelbeek) verboden goederen, of goederen waarover rechten betaald moeten worden heimelijk over de grens brengen [lörzen, maroderen, smokkelen] [N 90 (1982)] III-3-1
smullen smullen: sjmölle (Merkelbeek) smullen; Hoe noemt U: Lekker eten, met veel plezier eten (smullen, smikkelen, snollen) [N 80 (1980)] III-2-3
snauwen afsnauwen: aafsjnauwe (Merkelbeek) bits, op bijtende toon spreken [snibben, snauwen, bitsen, toesnappen, grauwen, knappen] [N 85 (1981)] III-3-1
snauwen, grauwen afsnauwen: aafsjnauwe (Merkelbeek) bits, op bijtende toon spreken [snibben, snauwen, bitsen, toesnappen, grauwen, knappen] [N 85 (1981)] III-1-4
snavel bek: bek (Merkelbeek), snavel: sjnavel (Merkelbeek) snavel: de hoornachtige bek van een vogel (snavel, bek) [N 83 (1981)] III-4-1
snee brood snede: schnieij (Merkelbeek) snede; Hoe noemt U: Een snee brood (snee, rondommer) [N 80 (1980)] III-2-3
sneeuwbal sneeuwbal: sjniebal (Merkelbeek) Een bal van samengepakte sneeuw [sneeuwbal, jupke]. [N 88 (1982)] III-3-2
sneeuwen sneeuwen: ps. boven de È staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  šnījə (Merkelbeek) sneeuwen [DC 03 (1934)] III-4-4
sneeuwx sneeuw: ps. boven de ‰ staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  šnēə (Merkelbeek) sneeuw [DC 03 (1934)] III-4-4